Hoewel het aantal nieuwe vluchtelingen afneemt, krijgen pm'ers wél te maken met kinderen van vluchtelingen die inmiddels een bestaan mogen opbouwen in Nederland. Een diverse groep - van hoogopgeleid tot analfabeet - die schokkende gebeurtenissen achter de rug heeft en nu moet inburgeren in Nederland. Verschillende instanties werken samen om professionals die met deze kinderen werken te ondersteunen. Paulien Muller, senior onderzoeker bij Sardes, specialist op het gebied van onderwijs, opvang en opvoeding, vertelt over vijf problemen waar pm'ers mee te maken kunnen krijgen: taal, trauma, grenzen stellen, houding ten opzichte van de kinderopvang en cultuurverschillen.
Van Bussel, M. (2018). Werken met vluchtelingenpeuters. Kinderopvang, 28(1-2). 24-26
Voor vluchtelingenpeuters is het belangrijk zo snel mogelijk deel van de samenleving te worden. Aandacht voor hun taal- en sociaal-emotionele ontwikkeling in een stabiele en veilige omgeving is daarbij een voorwaarde. Zowel gemeenten als kinderopvangorganisaties worstelen met adequate educatieve opvang voor vluchtelingenpeuters. Het gaat om financiële en organisatorische kwesties, maar ook om inhoudelijke vragen over deze groep peuters en hun ouders. Sardes werkte een handreiking uit, gebaseerd op de ervaringen van gemeenten en kinderopvangorganisaties.
Muller, P., & Kolijn, E. (2016). Peuters in de asielopvang naar de peuterspeelzaal: handreiking voor kinderopvangorganisaties. Utrecht : Sardes. Geraadpleegd op 26 maart 2018 via [http://www.sardes.nl/]
> ONLINE LEZEN
> MEER INFO