donderdag 1 maart
We kunnen er niet omheen: ons menselijk kantje om alles en iedereen in categorieën te plaatsen neemt ook in het onderwijs de bovenhand! Dat er heel wat pro’s en contra’s zijn is een feit en behoort tot een ander debat. Maar één van de pro’s is dat je als leerkracht op de labels kunt inspelen met een meer gedifferentieerde en individuele aanpak (wat zullen de schrijvers van het nieuw leerplan van het VVKBaO dit graag horen!).
Één van de veelvoorkomende labels tegenwoordig is: hoogsensitiviteit.
Weet ik wat het is?
– Ongeveer. Dat zijn van die kindjes die emoties sterker waarnemen en geen etiketten in hun kledij kunnen verdragen.
Wat moet ik hiermee?
- Euhhhhh…
Het is duidelijk, ik kan een infosessie hierover wel degelijk gebruiken als ik mijn competenties als leerkracht wil bewijzen. En ja, dat wil ik!
Wat heb ik geleerd?Eerst en vooral, hoogsensitiviteit is een persoonlijkheidskenmerk, net zoals blauwe ogen, blond haar… Hoogsensitieve personen gaan prikkels (afkomstig van emoties + zintuigen) sterker waarnemen en diepgaander verwerken. De filter in de hersenen werkt als het ware niet voldoende en dit kan leiden tot overprikkeling.
Hoogsensitiviteit komt voor bij 15 à 20%, omgerekend naar een gemiddelde klas betekent dit ongeveer 1 leerling per klas. Ik zal in mijn toekomstige loopbaan dus geconfronteerd worden met dit persoonlijkheidskenmerk.
Wat kan ik als leerkracht doen?
Eerst en vooral: het herkennen en benoemen. Eens hoogsensitiveit aanvaard is door de persoon in kwestie, kan hij/zij hiermee leren omgaan. Alert zijn voor faalangst en pestgedrag is een tweede tip. Afleiding en prikkels inperken heeft een positief effect, denk hierbij aan hoofdtelefoons, verluchten van de klas, gordijnen… En als laatste tip geef ik graag nog mindfulness mee.
Verslag: Severine Boccouw, bachelor in het onderwijs: lager onderwijs (OLO2)