Bachelor in de pedagogie van het jonge kind: opvoeding en coaching
Bachelorproef
Uitgelicht
Mediatheek en bachelorproef
Is de vraag geformuleerd?
Tijd om een geschikte onderzoeksmethode te selecteren! . Succes! Het mediatheekteam |
|
Planning | september-oktober: start- en ontwerpfase
Zoals vorig academiejaar ondersteunen we jullie graag bij het voorbereiden en uitwerken van je bachelorproef.
Succes! Het mediatheekteam |
|
Checklist start- en ontwerpfase
- Je kunt informatie opzoeken via de zoekbalk van de mediatheek.
Even opfrissen? Schrijf je in voor de module 'De zoekbalk: informatie zoeken in de mediatheekcollectie'
Inschrijven - Je kent de interessante vaktijdschriften voor jouw domein. Je weet of en hoe je ze online kunt raadplegen.
Even opfrissen? Schrijf je in voor de module 'Vaktijdschriften: het jonge kind'
Inschrijven - Je kunt informatie opzoeken in de wetenschappelijke databanken via Ebsco Discovery Service (EDS).
Je kent de mogelijkheden om EDS te personaliseren.
Even opfrissen? Schrijf je in voor de module 'Informatie opzoeken in Ebsco Discovery Service
Inschrijven - Je kent een aantal interessante basiswerken die aansluiten bij het thema van je bachelorproef.
Kom eens op prospectie in de mediatheekcollectie. Of vraag raad aan je bap-begeleider. - Je hebt een snelkoppeling gemaakt naar onze handleiding voor de APA-normen. Zo kan je meteen de correcte referenties maken van de geraadpleegde bronnen. Dit kan je achteraf veel zoekwerk besparen!
Handleiding APA-normen, met voorbeeldreferenties - Je hebt enkele handige tools geselecteerd die je kunnen helpen bij het verzamelen van informatie..
Onze tips: Start.me | Feedly | OneNote
vraag en antwoord
hoe kan ik tijdschriften online raadplegen?
Ik zou graag willen inloggen op het tijdsdchrift Kiddo (en andere tijdschriften) om interessante artikels te raadplegen, maar ik weet niet hoe ik dit kan doen.
Als je meteen aan de slag wilt:
INSTRUCTIE IN JE MAILBOX?
Als je er graag wat meer tekst en uitleg bij krijgt, kan je intekenen op onze instructiemails.
Er zijn er twee die interessant zijn voor jou:
Een mailing start telkens op vrijdag. Je kiest zelf op welke datum je de mailing wilt starten.
Je krijgt 1 mail per dag, enkel op werkdagen. Zo is het gemakkelijk om alles op te volgen.
Je kunt je hier inschrijven
Succes!
Als je meteen aan de slag wilt:
- Surf naar het mediatheekportaal: https://www.arteveldehogeschool.be/mediatheken/live/ws/
- Log in op ‘Mijn mediatheek’
- Tik de naam van het tijdschrift in de zoekbalk en klik op ‘Zoek’
- In het zoekresultaat vind je o.a. de titelbeschrijving van je tijdschrift (Bron: E-pub).
- Klik op ‘Bekijk de logingegevens’. Je ziet met welk wachtwoord of via welke link je toegang krijgt.
INSTRUCTIE IN JE MAILBOX?
Als je er graag wat meer tekst en uitleg bij krijgt, kan je intekenen op onze instructiemails.
Er zijn er twee die interessant zijn voor jou:
- Kennismaking met vaktijdschriften over Het jonge kind.
Na afloop ken je de voornaamste tijdschriften, weet je wat je erin kunt vinden en weet je hoe je er online toegang toe krijgt. - Informatie opzoeken in Ebsco Discovery Service (databanken).
Je leert hoe je informatie kunt opzoeken in EDS (online, full text artikels)
Een mailing start telkens op vrijdag. Je kiest zelf op welke datum je de mailing wilt starten.
Je krijgt 1 mail per dag, enkel op werkdagen. Zo is het gemakkelijk om alles op te volgen.
Je kunt je hier inschrijven
Succes!
hoe kan ik de gegevens van mijn interviews best verwerken?
"Ik loop momenteel vast bij het uitschrijven van de resultaten in mijn vergelijkend onderzoek. Ik heb vijf verschillende interviews gedaan. Is het de bedoeling dat ik deze elk apart beschrijf of de zaken echt naast elkaar moet leggen en dus samenvoegen?"
- Het is zeker niet de bedoeling dat je elk interview afzonderlijk bespreekt bij je resultaten.
Bij je resultaten vermeld je de geanalyseerde data. - Je bepaalt eerst hoe je de interviews wilt analyseren en verwerken: kwalitatief of kwantitatief.
- Meestal gaat het om een kwalitatieve verwerking van de informatie - en zeker in dit voorbeeld, waar het beperkt blijft tot 5 interviews. Daarvoor moet je inderdaad de inhoud naast elkaar leggen en vergelijken.
Je onderzoeksvraag is daarbij richtinggevend: op welke vraag zoek je in je data en interviews naar een antwoord?. Bekijk in de verschillende interviews welke overkoepelende thema's aangesneden worden in antwoord op je onderzoeksvraag. - Die overkoepelende thema's beschrijf je dan bij je resultaten, maar wel geïllustreerd met concrete voorbeelden (citaten) uit je interviews.
- Een schema kan je zeker helpen om de inhoudelijke input uit de interviews te vergelijken en overzichtelijk te presenteren.
Hoe je het schema opbouwt is afhankelijk van de aard en inhoud van je interviews.
- Als de interviews opgebouwd waren volgens een vast stramien, telkens met dezelfde vragen, kan je die structuur in je schema gebruiken.
- Als het eerder open gesprekken waren, zal je zelf de inhoud moeten samenvatten. Zoek naar gemeenschappelijke invalshoeken of opinies, die je dan in je schema kunt gebruiken.
- Als de interviews afgenomen werden bij mensen met verschillende profielen (bvb. leidinggevende, medewerker, ouder,...) of uit verschillende sectoren, kan je dat ook in het schema opnemen (zie voorbeeld). Dat kan zinvolle informatie zijn om de antwoorden te duiden.
Daarnaast verwerk je de inhoudelijke input uit de interviews. Je kunt werken met letterlijke citaten (aanbevolen) of met een beknopte samenvatting van de verschillende meningen. Zorg dat het geheel overzichtelijk en leesbaar blijft.
De volledige interviews neem je best op als bijlage. Zo kan de lezer de citaten in hun context zien en alles nog eens nalezen.
Het schema zou er dan zo kunnen uitzien:
- Op die manier krijg je een gestructureerd overzicht van de input uit de 5 interviews.
- Je kiest dan zelf wat je met het schema doet.
- Als het lukt om alles duidelijk en overzichtelijk te verwerken, kan je het schema integraal opnemen in de bachelorproef. Uiteraard moet je daar nog de nodige duiding bij geven - én een besluit formuleren.
- Als het inhoudelijk te complex wordt, is het wellicht beter om het schema enkel als werkinstrument te gebruiken voor jezelf. Het kan je wel helpen om per stelling / thema / opinie een korte samenvatting te maken van de informatie die je uit de interviews haalde. Die presenteer je dan als doorlopende tekst, duidelijk gestructureerd met een afzonderlijke hoofding per thema/stelling/opinie en geïllustreerd met citaten uit de interviews. En natuurlijk ook mét duiding en besluit..
Meer informatie over data-analyse vind je hier: > http://www.arteveldehogeschool.be/okoenpjk/bachelorproefdataanalyse/
Ook op internet kan je een en ander vinden.
Enkele voorbeelden:
- https://www.scribbr.nl/onderzoeksmethoden/hoe-verwerk-je-een-interview-een-scriptie/
- https://www.eurib.net/verwerken-van-kwalitatieve-data/
Succes ermee!
Het BAP-team
Hoe refereer ik naar illustraties?
HOE REFEREER IK NAAR ILLUSTRATIES?
Ik heb een vraag in verband met het refereren naar afbeeldingen die ik gebruikt heb tijdens mijn interviews. Als ik kijk op de site van Artevelde APA-normen dan staat er dat ik een auteur, titel en jaar moet bij vermelden om correct te refereren. De afbeeldingen die ik heb komen van Google afbeeldingen. Wanneer ik doorklik naar de bron van de afbeelding dan kom ik op een gewone website waarbij die afbeelding ook gewoon gebruikt werd. Daar staat dus geen auteur, noch titel, noch jaar bij. Hoe refereer ik hier dan naar?
Moeten de referenties verder ook in mijn vragenlijst staan met de afbeeldingen of moet ik die enkel opnemen in de referentielijst op het einde? .
Voor afbeeldingen zijn er twee mogelijkheden:
Hier mag je kiezen voor de pragmatische aanpak. Je hoeft dus geen titelbeschrijvingen te maken voor de 30 afbeeldingen die je in het interview gebruikt hebt.
Succes!
Het BAP-team
Ik heb een vraag in verband met het refereren naar afbeeldingen die ik gebruikt heb tijdens mijn interviews. Als ik kijk op de site van Artevelde APA-normen dan staat er dat ik een auteur, titel en jaar moet bij vermelden om correct te refereren. De afbeeldingen die ik heb komen van Google afbeeldingen. Wanneer ik doorklik naar de bron van de afbeelding dan kom ik op een gewone website waarbij die afbeelding ook gewoon gebruikt werd. Daar staat dus geen auteur, noch titel, noch jaar bij. Hoe refereer ik hier dan naar?
Moeten de referenties verder ook in mijn vragenlijst staan met de afbeeldingen of moet ik die enkel opnemen in de referentielijst op het einde? .
Voor afbeeldingen zijn er twee mogelijkheden:
- De afbeelding voegt inhoudelijk iets toe aan je bachelorproef
Dit geldt bijvoorbeeld voor grafieken, kaarten of infographics die je op internet gevonden hebt en die je in je bap gebruikt.
Je volgt dan de richtlijnen van onze APA-handleiding:
Illustraties en tabellen in de tekst worden genummerd met een cijfer. Ze krijgen ook een titel. Is de illustratie of tabel overgenomen uit een artikel, boek of website, dan moet je een referentie onder de illustratie/ tabel plaatsen. Vermeld indien mogelijk ook de pagina. Deze referentie neem je ook op in de referentielijst.
Voorbeeld:
Ambaum, G., & Barnes, B. (2012, 16 april). Unshelved. Geraadpleegd op 27 september 2017 via http://www.unshelved.com/2012-4-16
Als er geen auteur / jaar / titel is, bvb. voor afbeeldingen die je via Google vond, mag je zelf een titel geven aan je afbeelding. Die plaats je dan tussen vierkante haakjes.
Voorbeeld:
[Foto van een zonnebloem] (z.j.). Geraadpleegd op 27 september 2017 via https://www.2dehands.be/tuin/beplanting-vijver/zaden/zaden-zonnebloem-393133254.html - De afbeelding is louter illustratief en voegt inhoudelijk niets toe aan je bachelorproef
In dit geval mag je kiezen voor een pragmatische oplossing.
Je kunt de afbeeldingen nummeren. Indien gewenst kan je er ook een titel aan geven.
Als voetnoot maak je dan een globale verwijzing naar de afbeelding(en) die je gebruikt hebt, waarin je kort toelicht waar / hoe je de afbeeldingen gevonden hebt.
Vb.: Afbeelding 1-30: opgezocht via Google images
Het is niet nodig om een volledige referentie te maken van elke afbeelding.
Je hoeft dit niet te vermelden in de referentielijst achteraan.
Hier mag je kiezen voor de pragmatische aanpak. Je hoeft dus geen titelbeschrijvingen te maken voor de 30 afbeeldingen die je in het interview gebruikt hebt.
Succes!
Het BAP-team
moet ik ook op de poster refereren naar afbeeldingen?
Op onze poster moet er gerefereerd worden naar de gebruikte afbeeldingen. Vele afbeeldingen komen ofwel van het programma zelf, of van op googleafbeeldingen. Hoe moet hier dan naar gerefereerd worden? Er kan bij een poster geen voetnoot geplaatst worden. Er kan op de achterkant eventueel wel vermeld worden dat de gebruikte afbeeldingen van GoogleImages komt maar is dat goed zo?
De poster moet in eerste instantie een globaal en visueel beeld geven van het proces en de resultaten van je bachelorproef. Het is dan ook niet nodig om voor elke afbeelding een volledige APA-referentie op te nemen.
Als het gaat om foto's die niet zomaar vrij toegankelijk zijn of die je in een specifieke situatie hebt verzameld, kan je een beknopte referentie vermelden op je poster. Dat doe je dan best op een onopvallende plaats, bvb. onderaan de poster, in een kleiner lettertype, zodat het beeld van je poster niet verstoord wordt.
Een vermelding op de achterkant heeft weinig zin, zeker niet als je daarvoor een recto-verso kopie zou moeten maken.
De poster moet in eerste instantie een globaal en visueel beeld geven van het proces en de resultaten van je bachelorproef. Het is dan ook niet nodig om voor elke afbeelding een volledige APA-referentie op te nemen.
Als het gaat om foto's die niet zomaar vrij toegankelijk zijn of die je in een specifieke situatie hebt verzameld, kan je een beknopte referentie vermelden op je poster. Dat doe je dan best op een onopvallende plaats, bvb. onderaan de poster, in een kleiner lettertype, zodat het beeld van je poster niet verstoord wordt.
Een vermelding op de achterkant heeft weinig zin, zeker niet als je daarvoor een recto-verso kopie zou moeten maken.
moet ik het logo van mijn stageplaats verbergen op het materiaal dat ik indien voor de bachelorproefbeurs?
Moet je het logo van je stageplaats verbergen wanneer je die indient online voor de bapbeurs?
Wat ingediend wordt voor de online BAP beurs is zoveel mogelijk anoniem. In de tekst van je bachelorproef mag je wel namen vermelden, als je daarvoor toestemming kreeg van de stageplaats.
Zie ook: Bijkomende duiding abstract [Chamilo - Bachelorproef]
Wat ingediend wordt voor de online BAP beurs is zoveel mogelijk anoniem. In de tekst van je bachelorproef mag je wel namen vermelden, als je daarvoor toestemming kreeg van de stageplaats.
Zie ook: Bijkomende duiding abstract [Chamilo - Bachelorproef]
Hierboven geen antwoord gevonden?
Stel je vraag!
Loop je vast bij het zoeken naar informatie, bij het uitwerken van je onderzoek, bij het verwerken van je gegevens?
Uiteraard kan je altijd een beroep doen op je bachelorproefbegeleider, zeker voor specifieke vragen die aan je onderzoeksvraag gekoppeld zijn. Maar je kan je vraag ook online stellen, via dit formulier. Vragen worden persoonlijk beantwoord. Als het antwoord voor meerdere studenten relevant kan zijn, publiceren we het op de site. Het BAP-team |
|
websites & quick links
Snel naar...
TAALADVIES www.taaladvies.net
Onderzoek en innovatie
boekenplank
Een selectie van maximaal 10 recente publicaties. Aanbevolen lectuur voor studenten in opleiding en voor professionals in het werkveld.
Onderzoeksvaardigheden voor onderwijs, zorg en welzijn (2015)
Praktische inleiding in het ontwerp, de uitvoering en de interpretatie van kwantitatief en kwalitatief praktijkgericht onderzoek. Aan de hand van tal van voorbeelden wordt het hele onderzoeksproces doorlopen van probleemstelling en onderzoeksontwerp, over dataverzameling en -analyse tot rapportage. Neckebroeck, C., Vanderstraeten, I., & Verhaeghe, M. (2015). Onderzoeksvaardigheden voor onderwijs, zorg en welzijn. Antwerpen: De Boeck. Mediatheekcatalogus > titelbeschrijving |
The Routledge companion to design research (2015)
The Routledge Companion to Design Research offers a comprehensive examination of design research, celebrating the plurality of design research and the wide range of conceptual, methodological, technological and theoretical approaches evident in contemporary design research. This volume comprises 39 original and high quality design research chapters from contributors around the world, with offerings from the vast array of disciplines in and around modern design praxis, including areas such as industrial and product design, visual communication, interaction design, fashion design, service design, engineering and architecture. The Companion is divided into five distinct sections with chapters that examine the nature and process of design research, the purpose of design research, and how one might embark on design research. They also explore how leading design researchers conduct their design research through formulating and asking questions in novel ways, and the creative methods and tools they use to collect and analyse data. The Companion also includes a number of case studies that illustrate how one might best communicate and disseminate design research through contributions that offer techniques for writing and publicising research. Rodgers, P. (Red.), & Yee, J. (Red.). (2015). The Routledge Companion to Design Research. London: Routledge Mediatheekcatalogus > titelbeschrijving Online > via EDS |
Basisboek Methoden en Technieken (2006)
Het boek geeft praktische aanwijzingen voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek, en het rapporteren daarover. Een schematisch overzicht van de onderzoeksfasen vormt het uitgangspunt: elk hoofdstuk behandelt telkens één fase van het schema. Het laatste hoofdstuk gaat over rapportage en aanbevelingen. In de derde herziene druk is een nog grotere samenhang tussen leerdoelen, paragraafindeling, dosering van de leerstof en het bijbehorende beslissingsschema gerealiseerd. De theorie wordt met veel voorbeelden ondersteund. Er zijn diverse opleidingen waarin aandacht wordt geschonken aan de manier waarop onderzoek opgezet en uitgevoerd kan worden. Elementen uit onder andere de psychologie, sociologie, economie en wiskunde spelen hierbij een rol. Ook ontwikkelingen op het gebied van automatisering spelen een steeds belangrijkere rol bij het uitvoeren van onderzoek. Om aan de diverse ontwikkelingen tegemoet te komen zijn er nu drie casusbeschrijvingen. De eerste betreft een klanttevredenheidsonderzoek bij een telefoonmaatschappij. In de tweede casus wordt een onderzoek opgezet in opdracht van de overheid met als doel om verkeersgedrag van automobilisten te beïnvloeden. En in het derde geval staat het ziekteverzuim in een groot bedrijf centraal. Baarda, D. B., & De Goede, M. P. M. (2006). Basisboek methoden en technieken: handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwantitatief onderzoek. Groningen: Wolters-Noordhoff. Mediatheekcatalogus > titelbeschrijving |
Stage
Internationalisering
Klik op de kaart.
Je krijgt een overzicht van internationale stages en uitwisselingsinitiatieven van de voorbije jaren, met links naar de blogpagina's. Groen: Erasmus- en Zuidlocaties 2017-18 Geel: locaties OBIP PJK (Opvoeding en beleid in internationaal perspectief) Grijs: locaties vorige jaren (Selecteer 'Previous locations') |
Interesse in een buitenlands avontuur?
Verken mogelijke bestemmingen.
Volg de blogs en laat je inspireren door de ervaringen van je medestudenten.
Verken mogelijke bestemmingen.
Volg de blogs en laat je inspireren door de ervaringen van je medestudenten.